Kostbare datalekken

Kevin Jonkers

Na de jaarwisseling is het zover. Datalekken waarbij persoonsgegevens betrokken zijn, moeten binnen twee werkdagen worden gemeld bij het College bescherming persoonsgegevens (CBP). Het is onderdeel van de nieuwe Wet Bescherming Persoonsgegevens. Bovendien: de beveiliging van persoonsgegevens moet ‘passend’ zijn. En daar ligt een vervelend knelpunt, want kan dat wel binnen twee dagen. En wat betekent ‘passend’?

In de praktijk valt het niet mee om na een datalek snel en effectief op te treden. Een grondig onderzoek na een securityincident kost veel organisaties wel wat meer tijd dan twee werkdagen. Moet er dan alvast maar wat gemeld worden, zonder dat duidelijk is of er wel sprake is van een lek? En als er een lek was, wat er dan precies is weggelekt? Als je dat dan maar voor de zekerheid doet, is het risico groot dat je die melding later moet aanvullen, bijstellen of zelfs moet intrekken.

Wat je wel zou kunnen vaststellen, en het CBP zou dit eveneens kunnen doen, is dat deze gang van zaken betekent dat dat de beveiliging niet het vereiste ‘passende niveau’ heeft dat de wet vereist. Erger nog, lekken worden in veel gevallen niet eens opgemerkt door de organisatie zelf, maar door beveiligingsonderzoekers of opsporings- en inlichtingendiensten. Erg vervelend als dat nu gebeurt, maar nog veel vervelender over twee maanden wanneer de meldplicht in werking treedt.

Slechte voorbereiding

Organisaties zijn vaak niet goed voorbereid op security-incidenten. Er zijn geen goede logbestanden voorhanden of ze gaan niet ver genoeg terug in de tijd, er is geen inzicht in activiteiten op het netwerk, procedures blijken niet te werken in de praktijk en medewerkers blijken niet voldoende kennis te hebben. Dat brengt met zich mee dat de detectie van verdachte activiteiten te wensen overlaat, of zelfs helemaal niet heeft gewerkt. En als er dan wat wordt ontdekt, kost het verhelpen van een incident veel meer tijd, geld en moeite. Daar komt bij dat niet altijd meer te achterhalen is wat de oorzaken van een incident precies zijn geweest. Als incidenten erg laat worden opgemerkt, kunnen veel relevante sporen intussen zijn gewist.

Onbekend welke gegevens weg zijn

Wanneer het lek serieus genoeg is om te moeten melden, is vervolgens de vraag om welke gegevens het precies gaat. In onze dagelijkse praktijk blijkt dat zelfs dit soms slechts ten dele en vaak helemaal niet vast te stellen is. Dat een cybercrimineel door de gegevensbeveiliging heeft weten te breken, kan meest nog wel uitgelegd worden. Maar dat je vervolgens niet weet welke gegevens precies weg zijn, laat staan waar ze naartoe zijn gegaan, is een stuk kwalijker. Dat valt niet uit te leggen.

Torenhoge boete

Organisaties hebben de komende tijd nog wel het een en ander te verbeteren voordat de nieuwe wetgeving van kracht wordt. De beveiliging moet op ‘passend niveau’ worden gebracht. En mocht het mis gaan, dan moet een lek onmiddellijk ontdekt kunnen worden. Vervolgens moet de voorbereidingen in orde zijn zodat de organisatie dan wanneer nodig direct in actie kan komen. En, zeer belangrijk: je moet weten welke gegevens je hebt, en direct kunnen nagaan wat er precies weg is in het geval van een lek. Al deze verschillende aspecten moeten ook nog eens naadloos op elkaar aansluiten. Dat vereist een heldere visie, strategie en uitvoering, die begint op het niveau van de raad van bestuur en eindigt in de dagelijkse operatie. Alleen als dit allemaal in orde is kan een organisatie zich op tijd bij het CPB melden met een volledige en geloofwaardige uitleg van een lek. Zo niet, dan hangt de organisatie - na de jaarwisseling - een torenhoge boete boven het hoofd.

Kevin Jonkers is Manager Forensics & Incident Response bij Fox-IT

 
Meer over
Lees ook
Proofpoint 2023 Voice of the CISO-rapport: Personeelsverloop verergert dataverlies

Proofpoint 2023 Voice of the CISO-rapport: Personeelsverloop verergert dataverlies

Proofpoint, een toonaangevend cybersecurity- en compliance-bedrijf, publiceert zijn jaarlijkse Voice of the CISO-rapport, waarin de belangrijkste uitdagingen, verwachtingen en prioriteiten van Chief Information Security Officers (CISO's) zijn onderzocht. 58% van de Nederlandse CISO's verwacht in de komende 12 maanden een cyberaanval op hun bedrijf.

Vier stappen om gevolgen datalekken en andere beveiligingsincidenten te verkleinen

Vier stappen om gevolgen datalekken en andere beveiligingsincidenten te verkleinen

Datalekken en beveiligingsincidenten zijn niet alleen vervelend, maar ook heel erg duur. Volgens het Cost of a Data Breach Report van het Ponemon Institute bedragen de gemiddelde totale kosten van een datalek rond de 3,92 miljoen dollar. En bij het gemiddelde datalek worden maar liefst 25.575 gegevensbestanden geschonden of gestolen.

Alex Pinto - de man achter het Verizon DBIR

Alex Pinto - de man achter het Verizon DBIR

Het Data Breach Investigations Report (DBIR) van Verizon bestaat al twaalf jaar. Beveiligingsspecialisten analyseren voor het rapport datalekken en andere beveiligingsincidenten die hebben plaatsgevonden. Door de grote hoeveelheid incidenten die geanalyseerd wordt, dit jaar meer dan veertigduizend, ontstaat een goed beeld van de werkwijze van cybe1