Stichting DINL teleurgesteld over goedkeuring Eerste Kamer voor vernieuwde Wiv

Stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL) is teleurgesteld over de uitkomst van het debat over de vernieuwde Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) die de huidige Wiv 2002 moet vervangen. Een meerderheid van de Eerste Kamer stemde dinsdag 11 juli in met de invoering van de nieuwe ‘aftapwet’.

De Eerste Kamer bleek afgelopen dinsdagochtend niet onder de indruk van de breed gedeelde kritiek van juristen. Want zowel de Raad van State, het College voor de Rechten van de Mens, Instituut voor Informatierecht (IViR) als ook de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) waren unaniem in hun oordeel over deze wet: het toezicht op de verstrekkende en brede bevoegdheden is onvoldoende stevig om te garanderen dat deze niet lichtvaardig kunnen worden ingezet.

Bredere bevoegdheden

De wet staat de inlichtingen en veiligheidsdiensten per 1 januari 2018 toe om ook in te grijpen in de digitale infrastructuur, het hart van onze digitale economie. In de toekomst mogen taps worden geplaatst op internationale bulkverbindingen en in datacenters. Voorzieningen die door consumenten, bedrijven, politici, bewindspersonen en journalisten worden gebruikt voor communicatie en de opslag van informatie. Dit kan betekenen dat bij toekomstige taps of afluisteracties ook data wordt opgevangen van personen en bedrijven die niet onder verdenking staan.

Michiel Steltman, directeur DINL: “Het is de vraag wat er met deze extra opgevangen informatie zal gebeuren, en of de plechtig beloofde zorgvuldigheid ook in de praktijk zal blijken te bestaan. Zal informatie worden doorgespeeld aan het buitenland, wordt informatie daadwerkelijk na drie jaar vernietigd en hoe gebeurt dat dan? Eerdere incidenten met de uitwisseling van telefoongegevens geven aanleiding tot zorg. De claim dat men zorgvuldig om zal gaan met die data is zonder sluitend toezicht weinig waard”.

Politieke afweging

Steltman: “Wij moeten constateren dat, zodra het over ‘veiligheid’ gaat, de politiek weinig kritisch is. De Eerste Kamer heeft een politieke afweging gemaakt terwijl het juist haar taak is om inhoudelijke afwegingen te maken en de kwaliteit van wetgeving te beoordelen. Het lijkt er op dat men overstag is gegaan ten gevolge van het argument dat de politiek, mocht het toch misgaan, achteraf verweten zou kunnen worden dat de inlichtingendiensten te weinig ruimte zouden hebben gekregen. Dat schrikbeeld weegt blijkbaar zwaarder dan zorgvuldigheid en kwaliteit van wetgeving”.

DINL roept de politiek op om, ondanks de beperkte controlemogelijkheden die de vernieuwde wet hen biedt, toch scherp toe te zien op de inzet van de bevoegdheden. “Zodra er signalen zijn van een brede inzet van de bevoegdheden, zal de Kamercommissie zeer kritische vragen moeten stellen over wiens informatie is opgevangen, en wat er met die informatie wordt gedaan. De eerdere situatie met de onthullingen over de werkwijze van de Amerikaanse National Security Agency (NSA) laat zien dat er niets minder op het spel staat dan het vertrouwen van het publiek en bedrijfsleven in een veilige digitale economie. Kleine acties kunnen grote gevolgen hebben” besluit Steltman.

Evaluatie na twee jaar

Tijdens de stemming van afgelopen dinsdagochtend zijn vijftig zetels akkoord gegaan met het beoogde toezicht nadat de minister voorstelde het toezicht na twee jaar te willen evalueren. DINL wil graag direct betrokken zijn bij deze evaluatie. Tevens vraagt zij de Kamer de zogeheten Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) efficiënt te laten werken en er voor te zorgen dat de CTIVD haar klachtafhandeling serieus neemt. DINL blijft de ontwikkelingen op de voet volgen en zich, waar mogelijk, inzetten voor een correcte en proportionele uitvoering van deze vernieuwde wet.