Gegevensverlies door Internet of Things baren consumenten veel zorgen
Consumenten maken zich veel zorgen over Internet of Things. 64% van de huiseigenaren stelt 'extreem bezorgd' te zijn over gegevensverlies of -diefstal door Internet of Things. 26% is 'enigzins bezorgd'.
Dit blijkt uit onderzoek van Fortinet onder 1.801 huiseigenaren met verstand van techniek. De consumenten zijn gevraagd naar Internet of Things in relatie tot hun thuissituaties. De verbinding van huis en internet wordt steeds normaler. De meerderheid (61%) van alle respondenten is van mening dat het “verbonden huis” (een huis waarin huishoudelijke apparatuur en consumentenelektronica direct verbonden zijn met internet) “zeer waarschijnlijk” binnen vijf jaar gemeengoed zal zijn. China loopt hiermee voor op de rest van de wereld. Ruim 84% van de Chinezen was het eens met deze stelling. In de EMEA-regio verwacht 39% dat huizen binnen vijf jaar met internet verbonden zullen zijn.
Privacy is van groot belang
Huishoudelijke apparaten die met internet verbonden zijn, verzamelen veel gegevens over de consument. Privacy speelt hierbij dan ook een belangrijke rol. Op vragen over de privacy van deze verzamelde gegevens was een meerderheid van de wereldwijde respondenten het eens met de stelling “privacy is belangrijk voor mij en ik heb geen vertrouwen in de manier waarop dit soort gegevens gebruikt kan worden”. In India deelde het hoogste aantal respondenten deze mening (63%). In de EMEA-regio is 50% het eens met de stelling.
Ook maken deelnemers aan het onderzoek zich zorgen over apparaten die stiekem informatie verzamelen. 62% stelt dat dit hun privacy “volledig zou schenden en dat zij zo kwaad zouden worden dat zij actie zouden ondernemen." De grootste weerstand tegen dit scenario bestaat in Zuid Afrika, Maleisië en de VS. In de EMEA-regio is 66% verbolgen over deze praktijk.
Toegangscontrole is noodzakelijk
Gebruikers eisen toegangscontrole. De onderzoekers legden ook de vraag voor wie er toegang zou mogen hebben tot de gegevens die huishoudelijke apparaten verzamelen. Volgens 66 procent van de respondenten mogen alleen zijzelf en diegenen aan wie zij toestemming geven toegang hebben tot deze gegevens. In de EMEA wil 69 procent persoonlijke controle over de verzamelde gegevens. 20 procent vindt dat de fabrikant van de huishoudelijke apparaten of hun internet service provider (ISP) toegang moet kunnen hebben tot deze gegevens.
Consumenten kijken naar de overheid om hier zekerheid over te krijgen. Veel respondenten (42 procent) over de hele wereld zijn van mening dat hun overheid het gebruik van verzamelde gegevens moet reguleren. Een minderheid van 11 procent vindt dat dit een taak is voor een onafhankelijke organisatie buiten de overheid. In de EMEA wil 39% procent dat de overheid het gebruik van de verzamelde gegevens reguleert.
Verantwoordelijkheid voor beveiliging
Fabrikanten zijn volgens 48% van de consumenten verantwoordelijk voor beveiliging. Deze zouden het apparaten moeten updaten indien deze kwetsbaar blijkt voor cybercriminelen. Bijna 31 procent is echter van mening dat het de verantwoordelijkheid van een huiseigenaar is om te zorgen dat het apparaat volledig up-to-date blijft. In EMEA vindt 48 procent dat de verantwoordelijkheid bij de fabrikant ligt.
De volgende slag speelt zich waarschijnlijk af tussen beveiligde routers en beveiligde verbindingen. Er bestaat namelijk wereldwijd een tweedeling tussen huiseigenaren als het gaat om de wijze waarop huishoudelijke apparaten beveiligd moeten worden. Bijna net zoveel mensen stellen dat een router de beveiliging moet verzorgen als dat een internet provider beveiliging moet leveren. Dit komt overeen met de mening in de EMEA-regio.
Betalen voor een verbonden huis
De betalingsbereidheid voor een verbonden huis is hoog. 40% van de respondenten stelt absoluut te willen betalen voor een draadloze router die geoptimaliseerd is voor het verbinden van huishoudelijke apparaten met internet. 48% is hierover nog niet zeker en stelt hier 'misschien' bereid toe te zijn. 50% stelt daarnaast meer te willen betalen voor internetdiensten om verbonden apparaten in hun huis te laten werken. In de EMEA-regio is 86% bereid te betalen voor een verbonden huis.
Prijs blijkt hierbij de belangrijkste factor te zijn. Huiseigenaren zeggen meer te willen betalen om verbonden apparaten in huis mogelijk te maken. Het is dan ook niet verrassend dat de belangrijkste factor in de beslissing over de aanschaf van verbonden apparaten de prijs is. Daarnaast vindt men de functionaliteit en mogelijkheden belangrijk, gevolgd door het merk.
Voordelen voor consumenten
“Het Internet of Things belooft veel voordelen voor consumenten, maar flinke uitdagingen rond beveiliging en privacy staan de massale adoptie nog in de weg,” zegt Schutte, country manager Fortinet Nederland. “Die barrières doorbreken we alleen met een slimme toepassing van verschillende beveiligingstechnieken. Dat zijn onder meer authenticatie voor verbindingen op afstand, virtual private networks tussen eindgebruikers en hun verbonden huis en bescherming tegen malware en botnets. Daarnaast is applicatiebeveiliging belangrijk op locatie, in de cloud en geïntegreerd in de verbonden apparaten.”