EXIN en Hogeschool Utrecht doen samen onderzoek naar gebruik van e-CF

EXIN en de Hogeschool Utrecht (HU) gaan samen onderzoek doen naar het gebruik van het e-Competence Framework (e-CF). Dit model geeft een transparant en objectief inzicht in ICT competenties. Het onderzoek wordt geleid door HU lector dr. ing. Pascal Ravesteijn (lectoraatProcesinnovatie & Informatiesystemen).

De samenwerking is op het Nationaal Management & IT Symposium aangekondigd. Het e-Competence Framework is een belangrijke referentie. De partijen gaan onderzoek doen naar kwaliteitscriteria voor het onderling vergelijken van competentie raamwerken (zoals e-CF en het Britse SFIA), best practices in het toepassen van het e-CF in het bedrijfsleven en de bruikbaarheid van e-CF in het onderwijs.

Kwaliteit verbeteren

Met de resultaten van het onderzoek kan de kwaliteit van het onderwijs in ICT competenties worden verbeterd. Daarnaast kan de dienstverlening op het gebied van competentie scans en assessments voor organisaties en individuen verder verbeteren. Het e-CF onderzoek wordt gefinancierd door de stichting EXIN, aandeelhouder van EXIN Holding BV.

Het belang van e-CF groeit. In november 2015 heeft het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) het e-CF aanvaard als Europese standaard voor het definiëren van ICT competenties. Overheid en steeds meer bedrijven omarmen het e-CF als standaard voor een optimale ontwikkeling en inzet van hun medewerkers.

Al langer betrokken bij e-CF

EXIN is als onafhankelijk certificeringsinstituut voor professionals in het ICT-domein al langer nauw betrokken bij de ontwikkeling van het e-CF. EXIN heeft diensten (e-Competence Solutions) ontwikkeld op basis van het e-CF, zoals assessments, skills gap analyses en een profile builder. Hogeschool Utrecht is voorloper in het Nederlands hoger onderwijs in toepassing van het e-CF om een optimale aansluiting te realiseren tussen onderwijs en arbeidsmarktbehoefte.

Lees ook
'Concrete cyberdreigingen hebben veel meer impact dan waarschuwingen'

'Concrete cyberdreigingen hebben veel meer impact dan waarschuwingen'

Directe dreigingen hebben een aanzienlijk grotere impact op gebruikers dan andere tactieken zoals waarschuwingen over kwetsbaarheden. Door tactieken van cybercriminelen te hanteren kunnen beveiligingsonderzoekers gebruikers dan ook laten schrikken en hen via deze weg motiveren hun beveiliging te verbeteren. Concrete bedreigingen hebben dus meer im1