Nederlandse Staat niet in beroep tegen uitspraak bewaarplicht telecomgegevens

hamer-rechter-rechtszaak

De Nederlandse Staat gaat niet in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter waarin de bewaarplicht voor telecomgegevens van tafel wordt geveegd. Minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie werkt aan een nieuw wetsvoorstel dat de ongeldig verklaarde wet moet gaan vervangen.

De rechter oordeelde op 11 maart dat de Wet bewaarplicht telecomgegevens inbreuk maakt op het recht op bescherming van persoonsgegevens van burgers. De Staat had tot woensdag 8 april de tijd om in beroep te gaan. Nu deze beroepstermijn is verlopen kan het vonnis niet meer worden aangevochten en is deze definitief.

Minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie werkt aan een wetsvoorstel voor een vervangende wet, die op korte termijn gepresenteerd moet worden. In dit wetsvoorstel zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de ongeldig verklaarde wet. Het voorstel stelt onder andere dat de rechter-commissaris altijd eerst toestemming moet geven voordat justitie data mag vorderen van een telecomaanbieder. Data die onder de nieuwe wet wordt opgeslagen zou alleen op Europees grondgebied mogen worden opgeslagen.

Lees ook
'Telecomproviders moesten van de Britten kiezen voor een zwakkere encryptie'

'Telecomproviders moesten van de Britten kiezen voor een zwakkere encryptie'

De eerste versie van het gsm-protocol, A5/1, is voorzien van een zwakkere encryptie dan oorspronkelijk de bedoeling was. De Britse geheime dienst GCHQ zou alle betrokken providers hiervoor flink onder druk hebben gezet. Dit stelt Peter van der Arend, die voor het Nederlandse PTT meewerkte aan het ontwerp van het protocol, in een interview met de1